Ons beslisgereedschap
Samen beslissen over wat ons samen raakt, voelt logisch zodra je het doet. Toch is het vaak moeilijk om ermee te beginnen. We zijn het gewoon niet zo gewend.
Er zijn methodes – gereedschappen zo je wilt – die kunnen helpen. Vaak zijn dit werkvormen die helpen bij het benaderen van diversiteit in ervaring of inzicht als een soort schatkist, in plaats van een te overwinnen hindernis. Zij ondersteunen een open basishouding, helpen bij het maken van een synthese tussen verschillende inzichten, of vergroten de kans dat je blijft luisteren wanneer iemand iets zegt wat je moeilijk vindt om te horen.
De methodes die stichting Grondwerk het meest en liefst gebruikt:

Open Space – een oefening in zelforganisatie
Open Space-bijeenkomsten zijn de ruggengraat van Stichting Grondwerk. Elke Open Space-bijeenkomst is een oefening in collectieve zelforganisatie voor groepen van 7 tot 1000 deelnemers. Zelf zijn we vertrouwd met Open Spaces tot circa 150 deelnemers.
Bij een Open Space is er geen van tevoren vastgestelde agenda: het programma wordt ter plekke door deelnemers zelf ontwikkeld en uitgevoerd aan de hand van een open, heldere en voor hen belangrijke startvraag. De randvoorwaarden om de vraag heen zijn voor zover mogelijk in kaart gebracht. De vraag en de randvoorwaarden samen helpen de deelnemers hun energie bruikbaar te richten. Vier principes en één wet ondersteunen een open houding gedurende de bijeenkomst.
Een Open Space-bijeenkomst begint en eindigt met iedereen samen, maar breekt tussendoor uiteen in subsessies. Het ongedwongen karakter, waarbij iedereen zich tussen verschillende sessies door beweegt, is één van de kenmerken van een Open Space. De ervaringen, inzichten, en het verantwoordelijkheidsgevoel van de deelnemers zijn de motor van de bijeenkomst – en bepalen de kwaliteit van de uitkomsten.
Een Open Space-bijeenkomst eindigt met het samen maken van een actieplan, aanbevelingen, of het nemen van een beslissing of reeks beslissingen – waar je naartoe werkt, hangt mede af van de vraag.
In alle Open Spaces die wij tot nu toe hebben meegemaakt, ontstond er gaandeweg een eindresultaat dat niemand had kunnen voorspellen of alleen had kunnen bedenken.
Open Space is in de jaren ‘80 ontwikkeld door Harrison Owen en wordt inmiddels over de hele wereld gebruikt.
World Café – al luisterend patronen ontdekken
Een World Café is een laagdrempelige en leuke manier om een groep vreemden te transformeren in een levend netwerk, opgebouwd rond een voor hen belangrijke vraag. Uitgangspunt is dat mensen de wijsheid en creativiteit om de ingewikkeldste uitdagingen aan te gaan al in zich hebben, en elkaar kunnen helpen bij het naar boven halen en bewust worden daarvan. Dat wordt bevestigd door de energie die meestal ontstaat tijdens de gespreksronden. Er is herkenning, er zit samenhang tussen de inzichten die opkomen en er is blije verbazing. Steevast blijkt dat we veel meer weten dan we dachten te weten! We zien meer, begrijpen meer, en weten eigenlijk vaak best goed welke kant op te bewegen…
Een World Café legt de nadruk op het naar elkaar luisteren en richt de aandacht op het vinden van patronen en inzichten. Gedurende drie gespreksrondes in steeds andere samenstellingen, met vragen die op elkaar doorbouwen, gaat de aanwezige kennis door de groep op reis.
Net als bij een Open Space bestaat ook bij een World Café de laatste fase uit het samen maken van een synthese van de belangrijkste ontdekkingen en de betekenis daarvan voor het handelen in de komende tijd.
De basis van het World Café is in de jaren ‘90 gelegd door Juanita Brown en David Isaacs. Deze gespreksvorm wordt sindsdien over de hele wereld gebruikt en er zijn veel varianten ontstaan.

Deep Democracy – conflict als waarde
Deep Democracy is een zienswijze en methode die inclusieve besluitvorming ondersteunt. Ze helpt bij het aangaan van conflicten, en bij het uiteindelijk vinden van soms heel onverwachte uitwegen. De methode versterkt de mogelijkheid van een groep om de waarde te zien van en te werken met de tegenstem, de onderstroom, en de botsing. Ze geeft handvaten om daarmee aan de slag te gaan in dialoog, discussie, en besluitvorming.
Deep Democracy geeft speciale aandacht aan het (zelf)sabotagedrag dat binnen groepen vaak optreedt, en leest dit zelfs af als een soort ‘weervaantje’ om te zien hoe het gaat met de groep. Wanneer de ideeën die ingaan tegen het meerderheidsstandpunt geen ruimte krijgen, gaat het wringen. Het wordt niet openlijk besproken, maar uit zich indirect. Bijvoorbeeld in sarcastische grappen of in ja zeggen en nee doen. Deep Democracy helpt door op zo’n moment de spanning niet te ontwijken, maar juist op te zoeken en zicht te krijgen op waar het pijnpunt precies zit.
Deep Democracy leunt op het gedachtengoed (vooral Process Oriented Psychology) van Arnold Mindell, die ook met de term kwam. Het is o.a. door Myrna en Greg Lewis verder gestructureerd en ontwikkeld als methodiek.