“Meester, ik wil aan u ook nog wat zeggen. We moeten vaker zo’n open gesprek doen met elkaar.”
“Ik vond het echt heel fijn om dit te doen. Want ik wordt ook vaak uitgescholden. Nu konden we het er eerlijk over hebben.”
Soms doen we extra dingen – gewoon, omdat het zo uit komt. Zo gingen we deze week naar groep zeven van een basisschool om uit te zoeken hoe dat werken zou: een gesprek op voeten met kinderen van elf. Een gesprek op voeten is een lopend groepsgesprek waarbij gaandeweg de polariteiten rond een onderwerp duidelijker worden, terwijl tegelijkertijd de persoonlijke overtuigingen wat losser rond de persoon gaan hangen. Iedereen wordt uitgenodigd zichzelf tegen te spreken, nieuwe gedachten uit te proberen.
Als startpunt hebben we een stelling nodig die ze relevant vinden en waarover ze’t stevig oneens zijn. De leerkracht doet suggesties: “sportvissen is zielig,” “kleuterjuf is een vrouwenberoep.”
Lauwe reacties.
“Over welke stelling vinden jullie dat we het moeten hebben,” vraag ik.
Een hand schiet omhoog: “er bestaat in Nederland nu discriminatie.”
En boem.
Ze beginnen voorzichtig, worden gaandeweg uitdagender. Verkennen wat er te verkennen valt. Het kind dat eerst het probleem niet zo ziet, vertelt halverwege hoe naar het is om ‘dikke bolle’ genoemd te worden: “is dat soms wel oké?” Degene die wordt uitgescholden vanwege een bruine huid zegt vol frustratie, “ik kan dat er niet afboenen, he.” Het gaat over hoe maakbaar een samenleving is en wat nou eigenlijk de aard van mensen is. “Wat als we gewoon allemaal doen alsof discriminatie niet bestaat. Gaat het dan weg, zouden we het dan gewoon vergeten? Of wordt het dan juist erger?” “Als iemand zo doet omdat-ie een probleem heeft, wat moet je dan eerst doen: helpen met het probleem of het gedrag stoppen?” “Kan het ook tegelijk?”
Ze nuanceren elkaar, stellen bij. Er komt lucht in.
Vanaf hoe oud zou dit goed zijn om te doen, vraag ik ze ter afscheid.
Hoeven ze niet over na te denken: “vanaf groep drie.”
(nb voor de purist: op de foto zie je een grid op de vloer. Dat hielp ons om een stelling te zoeken die ze allemaal belangrijk vonden en waar ze zeer uiteenlopend instonden. Het gesprek met voeten zelf doe je juist ‘los,’ zonder grid.)